

Bevrijding
Hoewel eind april 1945 voor iedereen duidelijk is dat de oorlog spoedig ten einde zal zijn, lossen pessimistische en optimistische berichten over de bevrijding elkaar dagelijks af.
Mei 1945
Het nieuws dat Hitler op 30 april zelfmoord heeft gepleegd, bereikt diezelfde dag nog Rotterdam. Omdat op die dag ook de massale voedseldroppings bij Terbregge zijn begonnen, verkeert de bevolking in een uitgelaten stemming die doet denken aan de situatie tijdens Dolle Dinsdag. Honderden mensen negeren ’s avonds de spertijd en wagen zich op straat. Ook op 1 mei gonst het van de geruchten over de naderende bevrijding en opnieuw blijven veel Rotterdammers ’s avonds op straat. Tot ieders teleurstelling blijft de bevrijding echter uit. De feeststemming verdwijnt al gauw als patrouillerende Duitse soldaten op mensen beginnen te schieten en er slachtoffers vallen.
Groot nieuws
De capitulatie van Duitsland vindt uiteindelijk plaats op de avond van 4 mei 1945. Om 20.30 uur wordt het bericht over de Duitse overgave al in een Vlaamse uitzending van de European Service van de BBC bekend gemaakt. Hoewel het bezit van radio’s door de bezetter officieel verboden is, bereikt het grote nieuws ook al snel Rotterdam. In alle delen van de stad heerst grote opwinding. Mensen dansen op straat en er worden diverse vreugdevuren ontstoken. In Kralingen trekken veel mensen naar de woning van burgemeester Oud, die na zijn ontslag in 1941 aan de Hoflaan is blijven wonen.
Eerbetoon
Op 6 mei, wanneer Oud zelf de vlag hijst voor zijn huis, krijgt hij opnieuw een ovationeel eerbetoon. De bij de bevolking nog altijd populaire Oud, die in de oorlogsjaren heimelijk betrokken is gebleven bij stadszaken, wordt op 7 mei met een auto bij zijn huis opgehaald. Wanneer Oud met de nieuwe hoofdcommissaris, de commandanten van de Binnenlandse Strijdkrachten en anderen bij het Stadhuis arriveert, is NSB-burgemeester Müller al gearresteerd. Duizenden mensen staan op de Coolsingel en zijn getuige van de terugkeer van de burgemeester die later op het bordes verschijnt.
Beelden van de bevrijding








Chaos en verwarring
Omdat de Duitsers in Rotterdam zich nog steeds niet officieel hebben overgegeven, heerst er in de dagen na 4 mei in de stad naast euforie ook chaos en verwarring. De Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten (NBS) zijn al vanaf 5 mei actief in de stad en raken hier en daar in gevecht verwikkeld met Duitse troepen. De Duitsers willen zich alleen officieel overgeven aan de geallieerden, en verzoeken op 6 mei de Binnenlandse Strijdkrachten om rust en orde te handhaven in Rotterdam-Zuid. Ook dan komt het daar nog tot een schietpartij tussen het gewapend verzet en de Kriegsmarine. Op 7 mei heeft de Duitse commandant nog steeds niet gecapituleerd, maar commandanten van de Binnenlandse Strijdkrachten nemen hun intrek in het stadhuis. De burgemeester en wethouders van de NSB en enkele andere foute kopstukken worden gearresteerd.
Bevrijding
De geallieerden zijn van plan om op 7 mei naar het westen op te rukken, maar moeten dat plan een dag uitstellen. Wel brengt prins Bernhard die dag per jeep een bliksembezoek aan enkele steden, waaronder Rotterdam. Op 8 mei doet de bevrijder eindelijk zijn intocht in Rotterdam. De Duitse capitulatie is dan echt een feit en de aftocht van de Duitse troepen begint onmiddellijk. Het binnentrekken van de Canadezen leidt tot uitzinnige vreugde. Er wordt met zakdoeken en vlaggen gezwaaid en met bloemen en serpentines gegooid. Vooral de jeugd beklimt de tanks en vrachtwagens die onder luid gejuich door de straten rijden. Op het Stadhuis verschijnt burgemeester Oud met Major General Harry Foster, commandant van de 1st Canadian Infantry Division op het balkon, en ook nu ziet het weer zwart van de mensen op de Coolsingel. De meeste Canadezen slaan die dag hun kamp op langs de Heemraadssingel.
Wraak
De jarenlange onderdrukking roept bij sommige Rotterdammers wraakgevoelens op. Op verschillende plekken in de stad gaat de bevolking er na de bevrijding toe over, ‘moffenmeiden’ op te brengen. Deze vrouwen en meisjes, waarvan bekend is dat ze met Duitsers zijn omgegaan, komen er slecht van af. Ze worden tijdens een soort volksgericht kaalgeknipt en soms met teer of menie ingesmeerd en op wagens door de stad gereden. Dergelijke weinig verheffende taferelen doen zich enkele dagen voor.
Arrestaties collaborateurs
Vanaf 7 mei worden overal NSB’ers gearresteerd door arrestatieploegen van de Binnenlandse Strijdkrachten. Leider Mussert belandt in de gevangenis van Scheveningen. Op 10 mei zijn er in Rotterdam al 700 NSB’ers en collaborateurs opgepakt. Een aantal van hen wordt enkele dagen later al tewerkgesteld bij het vrijmaken van de Maastunnel die door de Duitsers is versperd en van springladingen voorzien. Midden juni ontbindt men de BS-arrestatieploegen; er zijn dan in Rotterdam en omstreken zo’n 5000 mannen en vrouwen gearresteerd. Als onderkomen voor deze NSB’ers dient de Marinierskazerne aan het Toepad, later sluit men de foute Rotterdammers op in de leegstaande vleesfabriek Vianda in Hoek van Holland. De kinderen van de opgepakte NSB’ers komen terecht in tijdelijk daartoe ingerichte schoolgebouwen, van waaruit zij in tehuizen worden geplaatst.
Eerste herdenkingen
Nadat het bevrijdingsfeest enigszins is uitgewoed, komt al snel de dag waarop vijf jaar eerder de oorlog is begonnen. Op de plek, waar de Marinierskazerne heeft gestaan, vindt op 10 mei 1945 om tien uur ’s ochtends een herdenkingsplechtigheid plaats voor alle oorlogsslachtoffers, zowel burgers als militairen. Rond een eenvoudig houten kruis met het opschrift ‘Voor hen die vielen’, brengen veel mensen een bloemenhulde. De plechtigheid is een particulier initiatief. Op de Algemene Begraafplaats Crooswijk vindt ’s middags een grote herdenking plaats van de gevallenen, onder wie de gesneuvelde Rotterdamse politiemannen. Burgemeester Oud maakt op 14 mei, de dag van het bombardement, nog een rondgang langs de plaatsen waar in de maanden daarvoor burgers zijn gefusilleerd en legt op begraafplaats Crooswijk een krans op het graf van een knokploegcommandant.